• Kaart beschikbaar: JA
  • Downloaden: klik hier
5 of 5 (27 Votes)
Mona Gioco
Mona Gioco

In die dagen was grote onrust in het land, de pest ging rond als een zeis en de mensen sloegen op de vlucht, ze wilden niet langer in hun huizen en steden blijven. Zo was het ook vergaan met Giovanni Lenone, een begaafde minstreel. Hij was uit Bologna naar le Marche gevlucht en kon in Urbino terecht als minstreel van de hertog.

Op een mooie lentemorgen diende zich een notaris aan bij het paleis. Hij kwam de hertog vertellen over de situatie in Siena. Hij noemde de verschijnselen van de ziekte. Giovanni huiverde. Dat had hij in Bologna gezien, vlak bij de scheve torens. Met een diepe buiging meldde hij zich af bij de hertog. Hij zei: 'Ik geloof dat ik verder moet gaan, edele heer. Ik zoek de zon van het zuiden. Ik wens u nog een goede gezondheid in uw prachtige stad!' Hij nam zijn luit en liep de stad uit. Het werd een moeilijke tocht over geitenpaden door de heuvels ten westen van Fossombrone waar hij de nacht doorbracht onder de stille olijfbomen.

Untitled design 29

Na anderhalve dag bereikte hij Cagli, bewonderde er de forse muren van een robuuste toren. Nóg had hij geen rust. Hij kwam een marktkoopman tegen die net met zijn kar naar Pérgola op weg ging. 'Speel maar iets, het zal mijn reis veraangenamen,' zei de koopman. Giovanni sprong naast hem op de bok en zette een lied in: Eleonora Rigbi. Het ging over een kerkhof voor arme mensen. In Pérgola stopte de koopman voor een herberg onder de hoge, smalle toren. Giovanni stapte met hem naar binnen. De koopman kende de waard die direct met kruiken wijn aankwam en bij hem plaats nam om het nieuws door te nemen.

Het paleis van de hertog

De waard riep zijn meid aan: 'Gioco, breng ons iets smakelijks!' Giovanni keek haar aan. Het was een bekoorlijke jonge dame. Ze zat terzijde met haar handen over elkaar onder haar bekoorlijke borstpartij. 'Gioco? Is dat je naam?'
Ze glimlachte vaaglijk naar hem. 'Ik heet Mona. Gioco is een afkorting van mijn achternaam. De achternaam van mijn vader, Francesco Giocondo. Een vriend van meneer, hier. Sta me toe, ik moet even naar de keuken.' Ze kwam terug met een schotel gebraad. De koopman en de waard deden zich er gulzig aan tegoed, minzaam gadegeslagen door Mona Gioco. 'Speel wat!' zei de waard gebiedend. En Giovanni speelde. De waard en de koopman verlustigden zich in nieuwe kruiken, totdat ze beschonken in elkaars armen zegen. De minstreel en de meid kregen meer aandacht voor elkaar. Ze zoenden en ze zoenden. 'Kom,' zei ze, 'ik neem je mee naar mijn dorp.'

Urbino

Het was niet meer dan een gehucht in de heuvels, een paar huizen rond een eenvoudig kerkje, Ca'Palazzo heette het. Mona had er een simpele kamer met een houten brits waarop een zak met stro lag. Hoe mooi kon daarop de liefde zijn, onder het maanlicht dat door de nog half geopende luiken scheen kwamen ze tot een climax die straalde als de zon. De minstreel en de meid zijn samen doorgetrokken tot Lecce en Otranto, in Puglia. Daar hebben ze samen een lied gemaakt over een lange reis waarop ze trouwden. De liefde die de pest overwon. Het is bekend geworden als de Ballade van Giovanni en Gioco.

De boeken van Jeroen Wielaert

{module Jeroen Willaert}